Geluk bij een ongeluk

Beste knotter,

“Geluk bij een ongeluk”

Zoals bij de Romeinen het nieuwe jaar begon op 1 maart, begint het broedseizoen bij SBB op 01 maart. Een duidelijke regel, er zit geen woord “Frans” bij. Ook niet bij de mededeling dat we dus niet aan de Oliemolen kunnen gaan werken.
Als bestuur hebben we voor hetere vuren gestaan en na ampel beraad wordt besloten om in de Landschapstuin aan de Engsestraat te starten: bestuursleden hebben vorige week voorwerk gedaan door te blessen en opstaand gras met de bosmaaier te maaien én geconcludeerd: werk genoeg!

Op woensdag jl. de mail eruit, opdat een ieder vroegtijdig is geïnformeerd over de nieuwe locatie van deze ochtend. Rond 09.oo uur zijn we compleet, heten we elkaar welkom, luisteren we naar veiligheidsinstructies en werkafspraken en we gaan in vier groepen uiteen:
houtsnippers scheppen voor het toegangspad en deze uitrijden en verdelen, bosschages dunnen en versnipperen, elzen uitdunnen, een slingerende takkenril aanleggen en zware wilgen vellen aan de rand van het perceel.

Na een uur scheppen hebben we ruim anderhalve kuub snippers verplaatst en ligt het eerste deel van het pad er weer “fris en gesnipperd” bij. In het elzenbos word het lichter en lichter op de bodem, de schietwilgen in de bosschages worden afgezet en door de versnipperaar gehaald: de berg snippers groeit. De eerste zware wilgen worden onder leiding van Rudi en Johan vakkundig op knothoogte gebracht en ook zienderogen groeien de stapels brand- en takhout. We doen energie op bij de koffie en thee: gevulde koeken met snelle suikers en nog belangrijker een goed gesprek met elkaar geeft geestelijke energie.

“Een boom vellen is toch wat anders een wilg knotten” hoor ik enkele malen. De ene els na de andere els wordt geveld en hierdoor valt licht op de bodem. Rens beheerst het ambacht van takkenrillen vlechten met verve en slingerend verwerkt hij alle elzentakken in een ril van zo’n dertig centimeter hoog. Een mooi en ingetogen effect en een prima schuilplek voor kleine zoogdieren, insecten en amfibieën.

Vele handen maken licht werk blijkt ook vanmorgen weer. Tegen het einde van de ochtend tel ik zo’n vijfentwintig gezaagde wilgen (en wilgenopslag in kleine groepen aan de slootrand!) Enkele jonge eiken worden gespaard en zij krijgen nu voldoende ruimt, lucht en licht. Achtenzestig elzen zijn vakkundig geveld, zestig meter takkenril aangelegd en nu ik dit schrijf heb ik afgezette struiken en takken in de bosschage aan de vijver niet eens meegeteld….. “sorry jongens en meiden”. Dit aantal houd je tegoed van mij.

Kees en Henk arriveren op de afgesproken tijd met de bekende gamel en deze is dit gevuld met smakelijk macaroni. We kunnen rijkelijk opscheppen. Over onze fysieke inspanningen, maar zeker ook van Cees’ en Henks maaltijd. “Mannen, wat een fijne ochtend. Veilig, voortvarend en productie gewerkt. Hulde voor een ieder!” schreef ik in de bestuursapp. Binnen de kortste keren werd er met mooie opgestoken duimen gereageerd.