Gebruik van de Wilg

Geneeskracht
Werkzame bestanddelen
Medisch gebruikte delen: de schors en bladknoppen.
Van bittere wilg (Salix purpurea), die glanzende, geelachtig tot purperrode twijgen heeft, worden ook de katjes gebruikt.
Drogerij : Cortex salicis.
Salix alba bevat looistof, hars, slijm, was, zout, glucoside, salicine en galluszuur.

Werkzame stoffen:
Salicylzuurverbindingen zijn de voornaamste stoffen.

Toepassingen
Van oudsher is de wilg geroemd voor zijn geneeskrachtige eigenschappen. Werkt op de waterwegen van het lichaam, is waterafstotend, pijnstillend en kiemdodend. Ook te gebruiken bij zenuwkwalen, lever- en miltaandoeningen, en witte vloed.
Salicine is tegenwoordig het hoofdbestanddeel van aspirine. Vooral de bast en de bladknoppen van de schietwilg worden gebruikt,
De bast in thee als koortswerend middel, vooral als die ziekte gepaard gaat met hoofdpijn. Ook wel tegen diarrhee, reuma en slapeloosheid of als samentrekkend middel. De thee drinkt men ook tegen jicht, en bij bronchitis en bloedingen. Verder dient de thee tegen maag- en darmklachten.
Ook in tinctuurvorm tegen darmontsteking en reuma.

Bereiding thee
Je maakt de thee van de bast van sterke, jonge wilgen vóór de bloeiperiode (in normale jaren: april-mei). In de lente is de schors gemakkelijk los te maken. De bast kan echter ook in de herfst worden geoogst.
1 flinke theelepel fijngesneden schors met 1 / 4 liter koud water opzetten en langzaam aan de kook brengen. Dan van het vuur nemen en na ongeveer 5 minuten afzeven. Twee kopjes per dag vormen de juiste dosering.
Bijwerkingen : in de aangegeven hoeveelheden gedronken zijn er geen bijverschijnselen te duchten. Voor Zwangere vrouwen echter verboden.
Een ander recept voor wilgenbastthee:
10 g gedroogde bast, enige uren laten trekken op kop water, dan even opkoken, zeven en de hele dag kleine slokjes drinken.

Voeding, brandbaarheid en ander praktisch gebruik
Brandhout: goed lang drogen.
Katjes als vulling voor matrassen en kussens
Klompen
Vlechtwerk voor manden, basis voor dijken.
Wasknijpers van jong wilgenhout, circa 1 cm dik, schors wegsnijden, splijten, en uiteenbuigen, de uiteinden afronden.